Trump, Corona en Schrödingers Kat

Al heel wat jaren ben ik gefascineerd door de Kwantum-mechanica en het gedachtenexperiment van Erwin Schrödinger, bekend onder de naam “Schödingers Kat”. Ik ben geen béta, maar dat ontneemt me niet de mogelijkheid om er van te genieten, me er over te verwonderen, en om het experiment te gebruiken en te transformeren naar het en mijn dagelijks leven.

Ik moest opnieuw aan Schrödingers Kat denken, toen een paar weken geleden president Donald J. Trump tijdens een persconferentie, waarin hij wél boodschappen uitzond naar de wereld, maar niet echt in gesprek ging met de aanwezige journalisten – hoezo persconferentie? – de mededeling deed dat de oorzaak van het toegenomen aantal Corona-besmettingen in de VS het directe gevolg was van het toegenomen aantal Corona-testen. Zijn voorstel om de pandemie onder controle te krijgen was even eenvoudig als bizar: Minder (of misschien wel helemaal niet) testen. De boodschap was zo bezijden de waarheid en werkelijkheid, dat een groot deel van de journalistieke wereld zich hierover ten minste verwonderde. Het deed heel erg denken aan het gedrag van kinderen die de handen voor hun ogen slaan, de enge dingen dan niet zien, en daaruit hun eigen veiligheid destilleren. Immers, wat je niet kunt zien, dat is er ook niet. Als je geen Corona-testen uitvoert – als je niet kijkt – dan zul je ook geen besmettingen vinden. Problem solved! Duidelijk toch?

Ik heb mijn (pleeg)kinderen vaak en regelmatig verteld over het verhaal van de kat van Schrödinger. De beschrijving van het gedachten-experiment van Schödinger zelf is niet heel erg eenvoudig (zie hierna) dus ik maakte er altijd een vereenvoudigde versie van (zie daarna), die steeds weer leidde tot verbazing en verwondering. Én tot heel veel plezier.

De oorspronkelijke tekst van Erwin Schrödinger (in vertaling)

Een kat wordt in een stalen ruimte opgesloten, samen met de volgende helse machine (die men moet afschermen tegen direct ingrijpen van de kat): in een buisje zit een minuscuul klein beetje van een radioactief element, zo weinig, dat gedurende een uur mogelijk een van de atomen vervalt, maar even waarschijnlijk ook niet. Vervalt een atoom, dan detecteert een geigerteller dat en laat via een relais een hamertje vallen, dat een flesje met blauwzuur stuk slaat. Als men dit systeem een uur lang aan zichzelf heeft overgelaten, dan zal men zeggen dat de kat nog leeft als intussen geen atoom vervallen is. Het eerste atoom dat vervalt zou de kat vergiftigd hebben. De toestandsfunctie van het hele systeem zou dat zo uitdrukken, dat daarin de levende en de dode kat gelijktijdig gemengd voorkomen. Het kenmerkende aan zulke gevallen is, dat een oorspronkelijk tot atomair bereik beperkte onbepaaldheid zich vertaalt in grofzintuigelijke onbepaaldheid, waarover dan door directe waarneming beslist kan worden.

Als het nu waar is dat een deeltje niet noodzakelijk bestaat tot het geobserveerd wordt, dan is het niet zeker of de hamer ooit kan vallen – wellicht moet hij vallen, wellicht kan hij vallen, wellicht kan hij niet vallen. Totdat de doos open gemaakt wordt, is het dus niet zeker wat er gebeurd is. De uitsmering van mogelijkheden over het veld der waarschijnlijkheid betekent dus dat zolang de doos dicht is, de kat tegelijkertijd zowel in leven als dood kan zijn. Zolang er geen observatie mogelijk is, is het niet anders te zeggen.

Het kostte me heel wat keren lezen en herlezen voordat ik ook maar een beetje kon begrijpen van wat Schrödinger bedoelde. En misschien begrijp ik het zelf nog maar een klein beetje, of wellicht zelfs helemaal niet.


De vereenvoudigde versie voor (pleeg)kinderen

Er is een bos. In het bos staan bomen. Als je door het bos loopt, zie je de bomen, hoor je de vogels, ruik je de natte bladeren. Plotseling hoor je “Oehoe, Oehoe..” Je kijkt om je heen. Waar is de uil die dat geluid maakt? En plotseling zie de uil zitten op een boomtak!

Een week later loop je weer door het bos. Je ziet weer de bomen, hoort weer de vogels, ruikt weer de natte bladeren. Je kijkt om je heen, op zoek naar de uil, maar je kunt hem niet vinden. Je vraagt je af of de uil er nu wel of niet is? Je kijkt wél maar ziet hem niet! Plotseling vliegt hij, geruisloos, voorbij. Je hoort hem niet maar ziet hem wél! Gelukkig! Ook als je de uil niet hoort is hij er wel!

Weer een week later loop je weer door het bos. Je ziet weer de bomen, hoort weer de vogels, ruikt weer de natte bladeren. Je kijkt niet om je heen, niet op zoek naar de uil, en je kunt hem dus ook niet vinden. Als je niet kijkt, dan is hij er gewoon niet…

Weer een week later vraagt een van de kinderen of het bos eigenlijk wel bestaat? “Ja natuurlijk” antwoord ik. “Maar hoe weet je dat dan zeker? Als je niet kijkt?” Schaakmat! Ik weet pas zeker dat het bos bestaat, dat de bomen in het bos zijn, dat de uil in het bos is, als ik ga kijken, voelen, luisteren, ruiken. Als ik dat niet doe, om wat voor reden dan ook, dan zijn beide opties – ze bestaan niet én ze bestaan wel – even goed mogelijk.


Terug naar Donald J. Trump. Gebaseerd op het gedachten-experiment van Schödinger heeft hij deels gelijk. Deels, want de Corona-besmettingen bestaan gelijktijdig wél en niet. Als Trump alléén de optie van niet-bestaan wil aannemen laat hij de andere optie, wél-bestaan dus weg.

Maar het blijft wel een beetje wringen en schuren…

Ja, als je veel kijkt zul je veel zien en vinden. Als je minder kijkt zul je minder zien en minder vinden. Als je niet kijkt zul je niet(s) zien en niet(s) vinden. Natuurlijk zegt het alleen maar iets over het zien en vinden en niets over de aanwezigheid als zodanig. Maar toch…

Volgens Schrödinger bestaan verschijnselen als leven en dood, als aan of afwezig zijn, bij de gratie van de waarneming. Als je niet kijkt zal je niet met zekerheid kunnen zeggen dat het wel of niet bestaat, dat het wel of niet aan- of afwezig is, dat het wel op niet levend of dood is.

Er zijn mensen die het gedachten-experiment nog een stap verder voeren en niet alleen zeggen dat de elkaar uitsluitende opties van leven en dood, aan of afwezigheid, naast elkaar kunnen bestaan als er geen waarneming is, maar dat leven en dood beiden bestaan bij de gratie van de waarneming. Er is slechts leven én dood omdat ik waarneem. Er is slechts aan- én afwezigheid omdat ik waarneem.

En nog een stap verder…

Er zijn slechts aanwezige én afwezige Corona-besmettingen omdat ik waarneem. Corona bestaat omdat ik besta. Corona en ik horen bij elkaar. Zonder de een is de ander er niet. Of, anders geformuleerd, ik ben de oorzaak van Corona én het gevolg van Corona. In dit geval, naar analogie van Schrödingers Kat, staat ik zowel voor Rik als voor het systeem waar ik deel van ben. In de meest extreme variant: De volledige mensheid zoals die was, is en zal zijn.

Deze driedeling – was & is & zal zijn – zijn de drie onderwerpen van de boeken van Yuval Noah Harari. Bijzonder lezenswaardig, en niet alleen in tijden van Corona.

Rik Konincks,

Zoon | Vader | Grootvader | Schoonvader | Echtgenoot

Blogger | Trainer | Coach | Master Opsteller

Begeleider van en Zorgverlener voor ouderen

Rouwen kost tijd en energie…

Met een zekere regelmaat zijn er in het nieuws berichten te vinden waar, naar aanleiding van het overlijden van een hooggeplaatste figuur in een land of een organisatie een periode van nationale rouw wordt afgekondigd. Afhankelijk van de cultuur waar de persoon bij hoort verschilt de duur van de periode van rouw. In Nederland hebben we al meer dan 50 jaar geen periode van rouw gehad, maar wel meerdere dagen van rouw. In andere landen en culturen schrikt men er niet van terug om langere periodes af te kondigen, tot soms meer dan een jaar. In Nederland vinden we dat over het algemeen vreemd, maar dat laat onverlet dat al die verschillende periodes van rouw aangeven dat rouwen, in het reine komen met het verlies van een nabestaande, niet van het ene op het andere moment gedaan is. Rouwen kost blijkbaar tijd.

Op 9 april 2019, ruim een jaar geleden, stierf Hathor. Hij had in huis een vaste plek. Die plek was bij alle andere huisgenoten bekend en werd gerespecteerd. Het was zijn plek. Niemand anders nam die plaats in, immers, die plaats was bezet. En ook na zijn overlijden bleef het de plek van Hathor, werd zijn plaats gerespecteerd en werd er niet aan getornd. Het was zijn plaats.

Een jaar later viel het plotseling op dat het leek alsof de plek van Hathor weer vrij was. Hij werd weer ingenomen. Niet door één, maar door alle andere huisgenoten. Vrijwel op het zelfde moment realiseerden zowel ik als mijn vrouw het bijzondere van die beweging en van dat moment. En we herinnerden ons dat datzelfde al eerder was gebeurd, een paar jaar daarvoor. Toen overleed Tara. Ook zij had een plek die van haar was. Waar niet aan werd getornd. En die ook bijna een jaar na haar overlijden nog niet door de anderen werd ingenomen. Het was haar plaats. Ook al was ze niet meer onder de levenden.

Tara en Hathor waren twee van onze katten. De anderen, Durga en Freya, respecteerden hun plek, hun plaats, en de tijd die nodig was om de plaats weer vrij te maken. Ze rouwden om het verlies, en dat rouwen kostte tijd.

24 Juni overleed mijn schoonvader, de vader van mijn vrouw, haar broer en zus. De opa van en voor zijn kleinkinderen. De echtgenoot van zijn vrouw. Op 24 juni begon de periode van rouw. De periode om in het reine te komen met het verlies van een dierbare. Op 24 juni begon ook een periode van activiteit, van regelen. Van het maken van keuzes en het nemen van besluiten. Activiteiten waar je geen ervaring mee hebt, geen ervaring mee hoopt te krijgen, maar die je wel door moet maken. Want gemiddeld genomen is de crematie of de begrafenis ongeveer een week later. Hoe je het ook wendt of keert, de activiteiten moeten worden doorgemaakt. Gevolg daarvan is dat het rouwen dan op een laag pitje gaat.

Mijn vrouw werkt in een private organisatie in het publieke domein. In de arbeidsvoorwaarden staat dat er bijzonder verlof is van de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis. Ik werd in de zorg. In mijn cao staat dat er bijzonder verlof is op de dag en voor de duur van de begrafenis of crematie, eventueel verlengd als ik betrokken zou zijn bij de voorbereidingen. In dat geval is er bijzonder verlof voor de tijd die daarvoor nodig is. Zowel de organisatie waar mijn vrouw werkzaam is als waar ik werkzaam ben passen deze richtlijn ruimhartig toe. Maar toch…

Toen ik de dag na de uitvaart, om 07:00 uur op de fiets stapte richting het woon-zorgcentrum, stroomden de tranen over mijn wangen. Dat deden ze al vanaf 04:00 uur daarvoor. Aangekomen op de plaats van bestemming kon ik nog slechts één ding doen. Omkeren, de fiets pakken en naar huis gaan. Ik was niet in staat de zorg te bieden waarvan ik vond en vind dat ik moest bieden.

In de loop van de dag realiseerde ik me, dat ook voor mij het rouwen op een laag pitje was gegaan. Ik was bezig geweest met het zorgen voor mijn vrouw en voor mijn schoonmoeder. Ik was bezig met het voorbereiden van de uitvaart, waarvoor de kaders waren bepaald door en met de uitvaartondernemer, maar waarvoor we samen gekozen hadden om de inhoud zelf voor onze rekening te nemen. En weliswaar had ik dat al een keer eerder gedaan, toen 7 jaar geleden mijn eigen vader overleed, er was geen sprake van ervaring, van automatische piloot. De voorbereiding van de uitvaart kostte inspanning, die ik graag heb geleverd, maar die ook niet van zelf ging. In de periode tussen 24 juni en 29 juni was mijn tijd bezet en was mijn energie geclaimd of toegewezen. Er was in die periode van vijf dagen geen tijd voor de noodzakelijke derde activiteit. Die van rouwen.

Toen ik de dag na de uitvaart op de fiets stapte, aan het werk wilde gaan, werd kraakhelder dat ik niet tegelijkertijd kon geven én nemen. Voordat ik kon geven, moest ik eerst nemen. De periode van rouw ten volle ingaan en doormaken. Ook al ziet dat er aan de buitenkant niet uit als iets wat heel zwaar is en heel veel energie kost, aan de binnenkant is dat wel het geval. Rouwen kost tijd en energie.

Het geboorteverlof voor partners die in loondienst werken is eenmaal het aantal werkuren per week. Vanaf 1 juli 2020 komt er nog een aanvullend geboorteverlof bij. Geboorteverlof wordt ook wel kraamverlof, vaderschapsverlof of partnerverlof genoemd. In de wet is vastgelegd dat voor het ouder worden tijd nodig is en dat het energie kost. Wij vinden in onze samenleving dat we daar de tijd voor moeten geven. En voorafgaand aan het ouder worden is er voor de moeder het zwangerschaps- en bevallingsverlof. Ook daarvan vinden we in onze samenleving dat we daar tijd voor nodig is en dat het energie kost. Wij vinden dat we daar de tijd voor moeten geven. De regelingen aan het begin van het leven zijn (steeds) ruimhartig(er).

De regelingen aan het einde van het leven zouden ook ruimhartiger kunnen en moeten. Omdat we als samenleving vinden dat voor het in het reine komen met het verlies van een dierbare, tijd en energie nodig is.

Ik denk dat het tijd is voor een wettelijk verankerd Aanvullend Rouwverlof. Naar analogie van het Aanvullende Geboorteverlof…

Rouwverlof, vanaf 1 januari 2021: 5 weken

Per 1 juli 2020 kunnen nabestaanden maximaal 5 weken (5 keer het aantal werkuren per week) aanvullend rouwverlof opnemen. Tijdens het verlof krijgt de nabestaande geen salaris, maar een uitkering van het UWV. Nabestaanden moeten het aanvullend rouwverlof opnemen binnen 6 maanden na na het overlijden van de dierbare. En zij moeten eerst het bijzonder verlof bij overlijden van 1 week hebben opgenomen. Tezamen met het bijzonder verlof bij overlijden is de rouwperiode daarmee maximaal 6 weken.

Rouwen kost én tijd én energie. Het duurt even, en soms wat langer, voor je het verlies van de dierbare een plaats hebt kunnen geven. In die tijd, blijkt uit ervaring, loop je soms op het randje. Je houdt je bij elkaar en overeind. In die tijd is het vragen om hulp, vragen om ondersteuning, vragen om even de tijd te kunnen nemen om te rouwen, soms gewoon te veel van het goede. Je steeds weer bij elkaar moeten rapen om vervolgens uit te leggen waarom je nog niet doet wat je eerder wel deed, waarom je nog niet kunt wat je eerder wel kon, is te zwaar. Je steeds weer moeten verantwoorden kost energie. Energie die je nodig hebt om weer op te krabbelen. Om te kunnen rouwen.

Omdat vragen om rouwtijd soms zo zwaar is, pleit ik in het belang van de nabestaanden, voor het omgekeerde. Rouwverlof is niet iets waar je om vraagt, het is iets wat je automatisch krijgt. En heb je het niet nodig, wat ook heel goed mogelijk is, dan geef je het terug…


Ik publiceer deze blog vandaag, 7 juli. Op deze dag moet ik weer aan het werk. Pas achteraf zal ik weten of ik te vroeg, te laat of precies op tijd weer ben begonnen. Ik zoek vandaag ook de contactgegevens op van de politieke partijen die zitting hebben in de Tweede Kamer.

Rik Konincks,

Zoon | Vader | Grootvader | Schoonvader | Echtgenoot

Blogger | Trainer | Coach | Master Opsteller

Begeleider van en Zorgverlener voor ouderen

Woorden bij een afscheid

24 Juni 2020 overleed Ruud Koebrugge, mijn schoonvader. 29 Juni 2020 herinnerden, herdachten en vierden we in besloten kring zijn leven én de dood. Bij die gelegenheid heb ik, op verzoek van Ruud en met warme steun van de familie, de laatste woorden gesproken. En luisterden we samen naar muziek die ons verbond met Ruud en die door hemzelf, door zijn vrouw, door zijn kinderen en kleinkinderen, werd aangereikt.

Uit oogpunt van privacy heb ik de woorden van anderen hier weggelaten. Het is niet aan mij om hun woorden hier te publiceren.


Intro met Muziek – Avé Maria (Bach / Gounod)


Welkom

Ruud Koebrugge, echtgenoot, vader, opa.

Ruud Koebrugge, echtgenoot van G.

Ruud Koebrugge, vader van R., H. en B.

Ruud Koebrugge, opa ván S., M. en B., opa vóór N.

Ruud Koebrugge, schoonvader van R., H. en L.

Maar ook …

Ruud Koebrugge, zoon van R. en A.

Ruud Koebrugge, leraar bij de Dokter Schaepman Stichting

Ruud Koebrugge, vrijwilliger bij de Onze-Lieve-Vrouwekerk, het Kerkkoor St. Ceacilia, Veilig Verkeer Nederland en de Historische Vereniging Old Hengel

Ruud Koebrugge, zoon van Goor, zoon van Twente, woonachtig in Hengelo

Ruud Koebrugge, vriend en buurman


Namens G., de kinderen en kleinkinderen heet ik u van harte welkom. Ik nodig u uit om samen met ons, hier vandaag het leven én de dood van Ruud te gedenken, te herdenken en te vieren. In heel zijn omvang. Met alles wat daarbij hoort.

Dat gedenken, herdenken en vieren zullen we doen aan de hand van persoonlijke verhalen over, ervaringen met, en herinneringen aan Ruud. Verhalen die we al langer kenden, verhalen die de afgelopen dagen zijn ontstaan door het gesprek met elkaar aan te gaan. Afgewisseld met muziek die ons allemaal, op verschillende manieren, verbindt met Ruud. Aangereikt door hemzelf, door G., door R., door H., door B. Aangereikt door S. en M. Zo herinnert het Ave Maria, dat u bij binnenkomst hoorde aan Ruud’s betrokkenheid bij het kerkkoor Sint Caecilia.

Kortgeleden vierden we met Ruud samen zijn 89e verjaardag. Met koffie en gebak. Maar zonder kaarsjes op de taart. Dat verzuim willen we hier, samen met elkaar, vandaag goedmaken.

Mag ik G., R., H. en H., B. en L., S., M., B. en N. vragen om dit samen te doen?


Aansteken van de kaarsen


Muziek:  Intro Studio Sport – Metropool Orkest


Twee verhalen

Ruud was een enorme sportliefhebber. Voetbal, wielrennen, atletiek. En die liefde voor de sport verbond hij met de liefde voor Twente. Van iedere sporter die voorbijkwam wist hij waar diens wortels lagen. Die is van Hengelo, van Enschede, van Borne, van Goor. Van voetballers die inmiddels een andere club hadden wist hij te melden dat die vroeger in of bij Twente hadden gespeeld.

Ik kom niet uit Twente. Ik kom uit de Randstad, uit Den Haag en omstreken. Maar door Ruud ben ik wel van Twente gaan houden. Ik was geen fan van FC Twente, maar door Ruud ben ik dat wel geworden. Samen gingen we ook naar de voetbalwedstrijden tussen FC Twente en ADO uit Den Haag. Soms uit, soms thuis. Maar altijd samen voor Twente.

En soms is dat risicovol. Zeker als je in het ADO-stadion terecht komt in het thuis-vak, tussen hardcore ADO-fans. Het risico neemt toe als FC Twente vóór komt, en het hele vak blijft zitten. Behalve Ruud. Die springt op. Het risico groeit als ADO scoort en het hele vak opspringt. Behalve Ruud. Als het uiteindelijk 1-2 wordt voor FC Twente blijft Ruud zitten. Hij is een snelle leerling…

Het tweede verhaal is aangereikt door B. en zoals eerder beschreven hier weggelaten.


Muziek: Father to Son – Phil Collins


Vader zijn

Als vader van een zoon doe je andere dingen dan als vader van een dochter, in dit geval zelfs van twee dochters. Met een zoon ga je voetballen, ga je naar het voetballen toe, zing je samen en uit volle borst “Eenmaal zullen wij de Kampioenen zijn”. Samen ga je een biertje drinken. Samen ben je onderdeel van de Scouting, waar hij eerder, in zijn jeugd, zelf al bij de Padvinderij had gezeten.

Samen met een zoon is anders dan samen met een dochter. Niet beter of slechter, niet meer of minder. Anders.


Muziek: Papa – Stef Bos


Stef Bos zingt over de relatie met zijn vader. Papa, ik hou steeds meer van jou en Papa, ik lijk steeds meer op jou. Door het kiezen van de woorden steeds meer geeft hij uiting aan groei en verandering.


 Leraar zijn en Leerling worden

Ruud hield heel erg van zijn eigen plek, zijn eigen plaats, de grond onder zijn voeten waar hij geboren en getogen is, waar hij geleefd heeft en waar hij ook zijn laatste adem heeft uitgeblazen.

Ruud was ook een man van “wederkerigheid”. Hij leerde graag aan zijn kinderen hoe je in het leven kon staan. Niet hoe je in het leven moest staan. Maar ook leerde hij van zijn kinderen hoe je in het leven kon staan. Misschien wel het belangrijkste wat hij aan en van zijn kinderen leerde was de vrijheid om je eigen weg te gaan. Ruud was “een leven lang leren” avant-la-lettre.


Opa worden en zijn

Niemand is altijd dezelfde. Wie en hoe je bent wordt bepaald door waar je vandaan komt en door wat je meemaakt. Door wat je geeft en wat je neemt. En dus werd Ruud een andere man toen hij echtgenoot werd, toen hij voor de eerste keer vader werd, toen hij voor de tweede keer vader werd. Hij werd een andere man toen hij een zoon kreeg. Hij werd een andere man toen hij in de jaren 80 begon te worstelen met zichzelf. Toen eerst R. en daarna H. de deur uit gingen. Hij werd een andere man toen het gezin veranderde van een meerderheid van vrouwen naar een gezin met een meerderheid van mannen.

Niet goed of slecht, niet beter of minder. Anders.

Die worstelingen waren niet eenvoudig voor Ruud. Hij vond het niet eenvoudig om te ontdekken, om te weten wat hij zelf belangrijk vond. Wat hij zelf wilde. Hij vond het niet makkelijk om zelf een besluit te nemen. Dat liet hij liever aan anderen.

Maar tegelijkertijd straalde daar ook een enorm vertrouwen in uit. Het vertrouwen dat anderen, inclusief zijn kinderen, inclusief G., hem zouden helpen bij het maken van keuzes. Wat hij tot op het laatst moeilijk heeft gevonden. En wat hij tot op het laatst fijn heeft gevonden.

Behalve Vader, Papa, werd Ruud ook Opa. Een titel die hij volledig verdiende. Een rol waar hij enorm van genoot. In de aanloop naar deze bijeenkomst vroeg ik aan Sara hoe zij Ruud noemde als ze over hem sprak: Opa of Grootvader? En volmondig was dat Opa. Zonder enige twijfel was Opa de titel die hij verdiende.

Op dit punt in de uitvaart hebben de kleindochters van Ruud hun herinneringen opgehaald en uitgesproken.


Muziek: Lavender’s Blue


Deze muziek komt uit de film Cinderella, die opa en oma, samen met S. en M. gezien hebben en waar ze ook samen van hebben genoten.

Op dit punt in de uitvaart heeft R., de oudste dochter van Ruud haar herinneringen opgehaald en uitgesproken. In twee fasen, onderbroken door Muziek van Lenette van Dongen en afgesloten door The Blind Boys of Alabama


Muziek: Schouder aan Schouder – Lenette van Dongen


Amazing Grace – Blind Boys of Alabama


Tot slot

Zo’n vijftien jaar geleden kwam ik de familie Koebrugge binnen. In de “slipstream” van R. werd ik, zonder enige terughoudendheid, binnengelaten, welkom geheten, omarmd. En behalve welkom in de familie werd ik door Ruud óók welkom geheten in Twente, de streek waar hij zo onmeunig veul van hield.

En dat heb ik geweten ook!

Tijdens wandelingen en rondritten die we samen maakten wees hij me steeds weer op de bijzonderheden die er te zien waren, welke schoolmeester of dokter er in dat huis woonde, en waar ze ook nog gefietst hadden. Ik kende ze niet. Ik was er nooit geweest. Maar hij was er trots op.

Ruud kwam uit Goor. Bleef een Goorsen. En een Twent! En een man met een groot hart.

We zijn nu aan het einde gekomen van deze viering van het leven én de dood van Ruud. Er zijn nog veel meer verhalen te vertellen, herinneringen uit te wisselen. Maar aan alles komt een eind.

Zoals Ruud vertelde: ’t is Mooi Ewest.

Namens G., de kinderen en kleinkinderen dank ik u van harte voor uw aanwezigheid en uw aandacht. We eindigen straks met de Triomfmars uit Aïda. Muziek die het hele huwelijk, vanaf de huwelijksreis tot aan vandaag, en verder, met G. en Ruud is meegegaan.


Muziek: Triomfmars uit Aïda – Verdi


Rik Konincks,

Zoon | Vader | Grootvader | Schoonvader | Echtgenoot

Blogger | Trainer | Coach | Master Opsteller

Begeleider van en Zorgverlener voor ouderen

Niet gehinderd door voorkennis…

Soms is het gaan werken in een branche die je vreemd is een verrijking voor jezelf én voor die andere branche. Niet gehinderd door voorkennis of “zo doen we dat hier nu eenmaal” kan je iets zien wat anderen niet kunnen zien. Iets doen wat anderen niet kunnen doen. Niet omdat ze het niet zouden kunnen zien, of zouden kunnen doen, maar omdat ze dat zo (niet) geleerd hebben.

“Alles wat ik heb…”

Na 35 jaar in allerlei functies en rollen in het bedrijfsleven te hebben gewerkt, waarbij ik als organisatieadviseur een bijdrage heb geleverd aan slimmer, efficiënter, effectiever én leuker werken, heb ik mijn focus verlegd naar de wereld van de Zorg. Niet gehinderd door kennis van de zorg, ben in aan de slag gegaan in een woonzorgcentrum voor bewoners met een somatische of een psychogeriatrische indicatie. Om op verzoek van de organisatie daarna de focus te verschuiven naar die bewoners, die gezien hun indicatie net even wat complexer zijn dan normaal. Waardoor ze net even meer zorg vragen dan de zorg kan bieden.

Omdat ik in mijn doen en laten alles kan en mag meenemen wat het leven mij gebracht heeft en wat ik ervan geleerd heb, breng ik voor de bewoners net even iets extra’s. Waardoor het welzijn en welbevinden van die complexere bewoners wordt bevorderd. Waardoor het welzijn en welbevinden van de andere bewoners wordt bevorderd. Waardoor er voor de medewerkers in de zorg meer tijd en ruimte ontstaat om hún bijdrage te leveren aan het welzijn en welbevinden van alle bewoners.

Wat ik meeneem is wie ik ben, waar ik vandaan kom, waar ik naartoe beweeg, wat mijn plaats in het geheel is en wat ik neem en geef. Waar ik voor zorg is de “holding space” waarin ieder mag zijn wie hij of zij is. Of het nu een meer of minder complexe bewoner is of een zorgmedewerker. Want zorgen voor een ander doe je samen. Met elkaar.

Meer weten? Benieuwd naar mijn aanpak? Benieuwd naar het antwoord op de vraag of dit ook op jouw plek, in jouw zorginstelling, met jouw bewoners zou kunnen werken, en wat daarvoor nodig is?

Stuur me een berichtje en ik kom er graag iets meer over vertellen.

Rik Konincks,

Zoon | Vader | Grootvader | Schoonvader | Echtgenoot

Blogger | Trainer | Coach | Master Opsteller

Begeleider van en Zorgverlener voor ouderen

We zijn bevreesd voor het onbekende…

Afgelopen weekend sprak ik met iemand over en naar aanleiding van de gebeurtenissen in de VS als gevolg van de dood van George Floyd. Ik vroeg of het denken, doen en laten beïnvloed was en werd door de gebeurtenissen. Ik vertelde dat het mijn denken in ieder geval wel beïnvloedde, en was nieuwsgierig hoe dat bij mijn gesprekspartner zou zitten.

Ze vertelde dat dat nog al mee viel. Ja, natuurlijk volgde ze het nieuws. En ja, natuurlijk was ook zij geschokt door de aanleiding en geraakt door de gebeurtenissen die daarop volgden. Op mijn vraag of ze zelf ook met discriminatie op grond van huiskleur te maken heeft of had gehad, vertelde ze dat dat wel eens was gebeurd. Ze herkende het wel, maar ze had er verder niet zo heel erg last van.

En toen vertelde ze verder…

Ze was al jaren in Nederland, maar was hier niet geboren. Haar moeder, haar oma, haar overgrootmoeder, haar bet-overgrootmoeder en daar de moeder van waren geboren in Suriname en zijn daar hun hele leven ook gebleven. Nog verder terug woonden en werkten ze op de plantages. En naar alle waarschijnlijkheid was er een duidelijke en directe relatie met slavernij.

Ze vertelde verder…

Van haar moeder had ze geleerd om, als haar iets overkwam, haar mond te houden, om de andere kant op te kijken. Om niet de confrontatie aan te gaan maar weg te bewegen van de situatie. Haar moeder had dat ook geleerd, van haar moeder. En die van haar moeder. En die van haar moeder. En die van…

Ze vertelde verder…

“Je mond houden, de andere kant op kijken, weg bewegen van de situatie. Dat was niet raar. Dat deden ze allemaal. Dat deden we allemaal. Generaties lang. Het was de manier om te overleven. Deed je je mond open, dan liep je het risico om het niet te overleven. Misschien doen we dat nog wel…”

“Wat er nu gebeurd, is onbekend. Wat er nu gebeurd is dat ze niet hun mond houden. Dat we niet onze mond houden. Dat we niet de andere kant op kijken. Dat we niet weg bewegen van de situatie. En daarmee is het risico anders geworden. We zijn niet bevreesd voor de gevolgen van je uitspreken, van de confrontatie aangaan, van niet weg bewegen.”

“We zijn bevreesd voor het onbekende. En voor het risico dat we, behalve slachtoffer ook wellicht dader zijn. Want je mond houden, de andere kant opkijken, weg bewegen is iets wat je doet.”

“Het is een daad…”

Rik Konincks

Zoon | Vader | Grootvader | Schoonvader | Echtgenoot

Blogger | Trainer | Coach | Master Opsteller |

Begeleider van en Zorgverlener voor ouderen

En dan gaat het er niet meer over..

Ik zap aan het einde van de dag altijd even langs de verschillende zenders op TV. Zo kom ik dan ook langs bij CNN en blijf daar vaak ook even hangen. Ik kan niet helemaal terug halen wat het moment was dat het op die zender 24 uur per dag, 7 dagen per week, en dat gedurende langere tijd eigenlijk alleen maar ging over COVID-19 en hoe we wereld en de Verenigde Staten daar mee om gingen. Niet alle items waren voor mij altijd even begrijpelijk of boeiend, maar wat me bij is gebleven was de balk aan de rechterkant van het scherm, waarop 4 getallen werden getoond: Het aantal gerapporteerde besmettingen en het aantal overlijdensgevallen als gevolg van Corona wereldwijd, en het aantal besmettingen en het aantal overlijdensgevallen in de Verenigde Staten.

Wat me bij is gebleven is dat ik, zonder vooropgezet doel, de getallen van de dag probeerde te onthouden om ze daarna te vergelijken met de getallen van de vorige dag. Wat me bij is gebleven, los van de manier waarop verschillende regeringen in verschillende landen met de situatie omgingen, is het gevoel dat het bij mij opriep. Jemig, ze krijgen het daar, in de VS, wel voor de kiezen…

Ook in de wereld buiten CNN, gewoon in het dagelijks leven, ging het er over. Over de besmettingen en de sterfgevallen. Over anderhalve meter en mondkapjes. Over gezondheid en economie. Of je nu de TV aanzet en langs de Nederlandse zenders zapt, je kunt er bijna niet aan ontkomen. COVID-19 en alles wat daarbij hoort bepaalt ons leven.

En dan verandert plotseling het beeld. Vanaf 25 mei, van de ene op de andere dag, van het ene op het andere moment gaat het nauwelijks – en later zelfs gewoon niet – meer over over Corona, COVID-19, het aantal besmettingen, het aantal sterfgevallen, over de zoektocht naar het vaccin en verder alles wat daar mee te maken heeft. Plotseling gaat het op CNN alleen nog maar over George Floyd. En alles wat daar mee te maken heeft.

En in de wereld buiten CNN, gewoon in het dagelijks leven, gaat het daar ook over. Over de woede, de boosheid, over etnisch profileren. Over protesteren en plunderen. Of je nu luistert naar of deelneemt aan een gesprek, of je nu de TV aanzet en langs de Nederlandse zenders zapt, je kunt er bijna niet aan ontkomen. George Floyd en alles wat daarbij hoort bepaalt ons leven.

George Floyd is het nieuwe Corona.

Ik realiseer terdege dat ik een risicovolle weg wil bewandelen. The Slippery Slope. Ik realiseer me dat de mogelijkheid bestaat dat wat ik opschrijf niet bij iedereen in goede aarde kan vallen. Niet het risico aangaan zou een oplossing zijn. Maar het zou ook betekenen dat ik, liever dan het aan te gaan, er voor kies om weg te kijken. Het zou betekenen dat ik, liever dan het in zijn volle omvang te willen zien, er voor kies om te bagatelliseren. Het zou betekenen dat ik, liever dan me uit te spreken en te leiden, er voor kies om stil te blijven en te volgen. Voorlopig is dat een risico dat ik wil aangaan. Ik heb altijd de mogelijkheid om de risicovolle passages weg te laten, om het onderzoek waar ik zo behoefte aan heb – waarom doen we zoals we doen – niet publiekelijk aan te gaan. Ik heb altijd de mogelijkheid om deze blog uiteindelijk niet te posten.

Ik realiseer me ook dat aangaan én wegkijken, volledig willen zien én bagatelliseren, uitspreken én stil zijn, leiden én volgen, geen elkaar uitsluitende posities hoeven te zijn. Dat het heel goed zou kunnen dat ze er beiden zijn. Dat ze er allemaal kunnen zijn. Ik realiseer me ook dat het beiden toelaten niet the easy way out is. Het toelaten van beiden, het verbinden van twee schijnbaar tegengestelden, vraagt inspanning. Vraagt het toelaten van die andere positie – welke die ook is – die je liever niet zou zien, zou willen innemen, zou willen erkennen als deel van jou. Als deel van mij…

Onderzoeken is een doorgaand proces. Het is iets wat ergens begint en vanaf dat moment als een stroom verder gaat. Er is geen eindpunt. Geen moment dat het onderzoek afgerond is. Er is altijd nieuwe informatie. Er zijn altijd nieuwe inzichten. Iets over de bevindingen van het onderzoek zeggen is daarom ook niet meer dan het onderzoek even pauzeren, een schermafbeelding maken, en dan weer verder gaan. Het als het proberen iets te zeggen over een pijl die afgeschoten is. Op enig moment kan je daar de plaats van bepalen, maar niet de snelheid. Of de snelheid, maar niet de plaats. Zodra je stil gaat staan, weet je dat je de voortgaande beweging mist…

Er zijn van die momenten dat je plotseling diep ontroert bent of wordt. Zonder dat je het ziet aankomen stromen zonder ophouden de tranen over je wangen. Ik ken twee van die gebeurtenissen. De ene is het moment dat ik, een aantal weken voordat ik zou trouwen, in de auto op de radio plotseling Brief aan iemand die ik nooit heb gekend van Van Dik Hout hoorde. Het andere moment, ook in de auto, ook op de radio, Zie die Leeuwinnen van Claudia de Breij. Het ene over de liefde en de zorg voor een ander. De ander over het potentieel dat er is, kan en mag zijn.

Tijdens de momenten dat ik – bewust of onbewust – met het onderzoek bezig ben, of het onderzoek met mij bezig is, is er een derde gebeurtenis. En weer stromen de tranen over mijn wangen. Niet om de liefde en de zorg. Niet om het potentieel. Maar om de angst. Om de angst dat het maken van het onderscheid, de be- en veroordeling op grond van ras, kleur, achtergrond, historie, geloof óók in mij is.

Wat ik me realiseer is dat de boosheid, de woede, de roep om verandering, zowel in de Verenigde Staten als wereldwijd, vooral gericht is op de politie, op Law & Order en op de mensen en instanties die verantwoordelijk worden gehouden voor de dood van George Floyd. Ze gaan niet of nauwelijks over de vraag wat het is dat dit mogelijk heeft gemaakt. Het gaat niet of nauwelijks over mij. Tot dat – althans in Nederland – Mark Rutte, tijdens een van zijn persconferenties zichzelf in de ogen lijkt te kijken…

Niet alleen de Verenigde Staten, maar ook Nederland kent “systemische problemen” met racisme en discriminatie. “Dit is niet alleen een Amerikaans fenomeen”, zei premier Mark Rutte dinsdag 2 juni in reactie op de antiracismedemonstraties. Systemisch, als in: verschillende lagen rakend, bewust en onbewust, verbonden (hoewel het afgescheiden lijkt te zijn…) in een lange historie.

Ook CNN benoemt dat wat zich nu toont systemisch: The death of George Floyd in the latest example of police brutality has drawn tens of thousands of people onto the streets and caused some Americans to launch a fresh appraisal of the systemic racism and bias black Americans experience in this country.

En omdat ik onderdeel ben van het systeem, ben ik ook onderdeel van het probleem. Op het moment dat ik dat zie en voel, stromen de tranen over mijn wangen. Niet uit verdriet. Maar uit angst. En met de vraag: Is de angst voor mijn racisme de zelfde angst voor mijn corona?

Wordt vervolgd?

Rik Konincks

Zoon | Vader | Grootvader | Schoonvader | Echtgenoot

Blogger | Trainer | Coach | Master Opsteller |

Begeleider van en Zorgverlener voor ouderen

De Aftiteling…

In de kamer zitten 5 mensen. Ze houden allemaal afstand tot elkaar, omdat de tijden van vandaag dat nou eenmaal van ons vragen. Maar ondanks de afstand lijkt het wel of we nog nooit zo dicht bij elkaar zijn geweest. Alsof we naar een film zitten te kijken waarin we ook zelf meespelen. Een verfilming van een boek…

De Titel

Vroeger las ik ze, als kleine jongen. De Vijf en… van Enid Blighton. En wat ik me ervan herinner is dat de vijf vrienden, door heel goed samen te werken, de meest fantastische avonturen meemaakten. De kracht van hun samenwerking was erin gelegen dat ze ieder hun eigen kwaliteit in brachten en die van de anderen ook toelieten. Ze gingen allemaal op hun eigen plaats staan, zonder de plaats van een ander in te nemen.

De Cast

Er zijn vijf spelers. en het zijn ook allemaal hoofdrolspelers. Ze hebben ook allemaal dubbelrollen. Zo is de vader ook echtgenoot. Is de moeder ook echtgenote. Zijn ze beiden ook grootvader en grootmoeder. Ze zijn ook zoon en dochter. Oom en tante. Neef en nicht. De dochter is ook zus, nicht, echtgenote en grootmoeder. De schoonzoon is zelf ook vader en grootvader, broer, en daarnaast natuurlijk ook echtgenoot. Van de verpleegkundige weet ik het niet in detail, maar hij heeft tenminste ook de rol van zoon en collega.

Vijf spelers die allemaal zich zelf meenemen in het spel, maar ook hun achtergrond. De familie waar ze vandaan komen en waar ze bij horen. De grond onder hun voeten waar hun wieg heeft gestaan en waar ze zijn opgegroeid, tot wasdom zijn gekomen. De ervaringen die ze hebben opgedaan, wat ze bewust of onbewust is overkomen, wat voor de krassen op de ziel heeft gezorgd. Wat ze heeft getekend voor het leven. Wat ze heeft gemaakt tot wat ze zijn. Dat allemaal nemen ze mee in het spel..

De vader is ook patiënt in de laatste fase van zijn leven. Geen of slechts beperkte behandeling meer, alleen nog palliatieve zorg. Alle spelers, in al hun rollen zijn zich er van bewust dat er geen sequel meer zal worden opgenomen waarin ze alle vijf een rol spelen. Ook de moeder is patiënt, alhoewel dat nog wat moeilijker te erkennen is. Waar bij de vader het leven vertrekt, vertrekt bij de moeder het bewustzijn, langzaam maar zeker. En dan realiseer ik me dat Het aanstaande vertrek ook een van de spelers is.

Overigens zijn er ook nog andere spelers, maar die zijn niet fysiek aanwezig in deze film. Ze spelen echter natuurlijk wel degelijk hun rol, nu iets meer op de achtergrond, mee. In deze aflevering…

Scene 1: Wat vooraf gaat

De ademhaling van de vader klinkt reutelend. Duidelijk is dat het hem niet makkelijk afgaat. Er is veel vocht dat hem in de weg zit, maar dat door de staat van het lichaam en de al bestaande medicatie niet meer te verminderen is.

Over een week staat de diamanten bruiloft op de agenda. Een hoogtepunt wat voor de vader heel belangrijk is, en waarvan de viering extreem beïnvloed wordt door de lichamelijke gezondheid van de vader, de geestelijke gezondheid van de moeder, en de sociale gezondheid van de wereld. Alles wat gewild werd, is door de omstandigheden niet of slechts zeer beperkt mogelijk.

In de dagen voorafgaand aan de scene wordt de vraag gesteld of, in afwijking van de palliatieve zorg, toch nog gekeken zou moeten en kunnen worden naar behandeling. Duidelijk is dat eventuele behandeling, als die al mogelijk en zinvol is, slechts een tijdelijk resultaat zal hebben. Na verloop van tijd zal de benauwdheid en het vocht weer toenemen. Tot dat het uiteindelijk klaar is.

De vader kan die vraag niet meer beantwoorden. Wellicht kon hij dat nooit, maar nu zeker niet. Hij legt bijna letterlijk zijn leven in de handen van de verpleegkundigen en van zijn kinderen. Jullie weten het. Zeggen jullie het maar. Voor iedereen lijkt het ook duidelijk dat alleen hijzelf die vraag kan beantwoorden.

Scene 2: Wat zich aandient

Zaterdagmiddag zitten de vijf bij elkaar. En de vraag wordt nogmaals gesteld. Wat zou je willen? Wat we hopen, verwachten, nodig hebben, is een zwart-wit antwoord. Ja, ga maar behandelen. Of nee, het is wel goed zo. Maar dat antwoord komt er niet. Er komt een wedervraag. Waarom? Wat maakt dat het is zoals het is? En die hadden we niet zien aankomen.

De camera maakt een ronde langs de gezichten van alle vijf spelers. De emotie is te zien en te voelen. Maar hij is ook wel verschillend. Bij de vader, de moeder en de dochter is er het leven dat ze met elkaar verbindt. Het is warm. De schoonzoon en de verpleegkundige staan iets meer op afstand. Ook al is de genegenheid groot, het is wel koud. En dat geeft ze ook de ruimte om iets anders te doen.

Scene 3: Wat zich voordoet

Het gesprek ontbrandt. Het vuur wordt de vader na aan de schenen gelegd. De verpleegkundige en de schoonzoon voelen zonder woorden uit te wisselen dat dit hét moment is om door te duwen. Om liefdevol meedogenloos de vader te helpen de voorliggende vraag verder te onderzoeken. Het is balanceren op het scherpst van de snede. Het is steeds blijven weten, voelen en toezien dat werkelijke vragen worden gesteld en niet de eigen ideeën worden uitgesproken.

De schoonzoon begint vragen te stellen. De grenzen op te zoeken. De verpleegkundige luistert. Hij schept de liefdevolle ruimte waarbinnen het gesprek zich kan voordoen. Dan neemt de verpleegkundige het gesprek over. Hij doet het niet over, niet opnieuw, maar borduurt verder. Vanuit zijn eigen positie, vanuit zijn eigen professie. De schoonzoon luistert en borgt de liefdevolle ruimte voor het gesprek.

Scene 4: Wat wordt toegelaten

De onuitgesproken wisselende rolverdeling zorgt er ook voor dat de moeder en de dochter ook in de liefdevolle ruimte kunnen zijn. Uiteindelijk is het een gesprek met vijf menselijke deelnemers, en een zesde van een andere orde, het aanstaande vertrek.

Dan toont zich dat het gesprek een andere fase ingaat. De verpleegkundige gaat aan de slag met het klaarzetten van de medicatie. De schoonzoon begint de avondmaaltijd voor te bereiden. Vader, moeder en dochter blijven bij elkaar in de woonkamer achter. Er wordt gehuild. Er wordt zorg gedeeld. Er wordt liefde uitgesproken. Er wordt vastgehouden. Er wordt losgelaten.

Er wordt toegelaten. Er wordt omarmd.

De Aftiteling

Voorafgaand aan het nabije einde is er nog iets dat voor en aan de wereld getoond wil worden. Wat nog gedaan moet worden staat in dat teken. Het is aangenaam om in de liefdevolle ruimte te zijn. Er kan misschien nog meer gedeeld worden. Als het de tijd gegeven is.

Rik Konincks

Zoon | Vader | Grootvader | Schoonvader | Echtgenoot

Blogger | Trainer | Coach | Master Opsteller |

Begeleider van en Zorgverlener voor ouderen

Over een gracht, achter Plexiglas…

Vrijwel alle verpleeghuizen zijn, als gevolg van de corona-crisis, gesloten voor bezoek. Zowel de bewoners als de bezoekers hebben hiermee te dealen. En dat is lang niet altijd eenvoudig. Ook de medewerkers in de verpleeghuizen, of ze nu werkzaam zijn in de zorg, zorgen voor de inwendige mens, of bezig zijn met de hygiëne in het huis, voor vrijwel allemaal is het ontbreken van het zo broodnodige bezoek en contact hartverscheurend.

In veel verpleeghuizen bestaat ook de mogelijkheid om toch enige vorm van ontmoeting te organiseren. Zo zie ik in de tuin die grenst aan het verpleeghuis waar ik werk, bewoners en bezoekers, binnen de corona-grenzen, hun creativiteit de vrije loop laten. Aan de ene kant grenst de tuin aan het huis, aan de andere kant is er een gracht – ik schat zo’n meter of 7 breed – waar zwanen met lelijke eendjes, ganzen met jongen, waterhoentjes met kleine donzen kuikens en ook een echtpaar futen met jongen op de rug voorbij komen. In de hoek van de tuin, waar de gracht een bocht maakt is aan de tuinkant een klein grasveldje, terwijl aan de andere kant van het water het grasveldje in spiegelbeeld bestaat. Aan de ene kant zit een bewoner in een scootmobiel onder een net zo mobiele parasol. Aan de andere kant van het water vrienden, familie, kinderen en kleinkinderen.

En zo kan door bezoekers en bewoners toch een mooie ontmoeting worden georganiseerd. Een ontmoeting die recht doet aan het gevoel van en de behoefte aan nabijheid én veiligheid.

Een andere vorm is die van de door-plexiglas-verdeelde-container. Aan de ene kant is ruimte voor twee bezoekers. Aan de andere kant evenveel ruimte voor een bewoner en een begeleider. Een babyfoon-achtige constructie zorgt ervoor dat de deelnemers aan de ontmoeting elkaar niet alleen kunnen zien, maar ook kunnen horen. In veel gevallen werkt het prima, ook al is het natuurlijk verre van ideaal. The best one can get in tijden van corona…

Donderdag was ik de begeleider. Tien minuten voor de afgesproken tijd zorg ik dat mijn bewoner van zijn plek af en in een transfer-rolstoel terecht komt, kam ik nog even zijn haren en gaan we samen op weg naar de lift. Een paar verdiepingen later en lager, op de begane grond, lopen en rijden we samen naar buiten in de richting van de container. In de (relatieve) verte zien we de zoon en dochter van mijn bewoner staan. Zij zien en zwaaien naar ons. En er wordt terug gezwaaid. Fijn dat er wederzijdse herkenning is.

Dan scheiden onze wegen. Bij de container aangekomen gaan wij rechtsaf, terwijl de zoon en dochter linksaf gaan. Ieder gaat bij de container aan zijn eigen kant naar binnen. We testen de techniek even, en ja, alles werkt naar behoren. Ik trek mij terug en probeer zo min mogelijk onderdeel te zijn van de ontmoeting tussen vader, zoon en dochter. Want, hij is niet van en voor mij, ik ben van en voor hem…

En dan gebeurt er iets wonderlijks…

Van het ene op het andere moment is er geen contact meer. Mijn bewoner lijkt niets meer te horen. Hij is niet doof, er is gewoon geen geluid. Hij lijkt ook niets meer te zien. En niet omdat hij blind is. Alsof hij niet verder kan kijken dan het plexiglas. Alsof hij niet verder kan horen dan de ruimte waarin we ons bevinden. Alsof de wereld aan de andere kant van het plexiglas niet (meer) bestaat. Het geluid dat via de microfoon aan de ene kant en de luidspreker aan de andere kant voor mij prima te horen is, lijkt niet meer aan te komen. De ruimte aan de andere kant van het plexiglas, waarin de zoon en dochter voor mij prima zichtbaar zijn, lijkt voor de vader niet meer te bestaan.

De vader roept, op een manier die ik herken uit zijn en ons gezamenlijk dagelijks leven “Gel gidelim…” Laten we gaan. Een uitspraak die hij vaker doet als hij wil gaan wandelen. Hij staat op en zoekt zijn rollator…

We verbazen ons over de situatie. Dat wil zeggen: de zoon, de dochter en de begeleider verbazen zich. Voor de vader is er geen verbazing. Hij geeft niet het gevoel dat hij iets mist, dat hij iets kwijt is. Het is wat het is. Voor hem. Hoe kan je iets missen wat niet bestaat? Het gemis zit bij de anderen. Bij ons. Bij mij…

Zoon, dochter en begeleider gaan met elkaar in overleg. We besluiten om, buiten de container, samen een klein wandelingetje te maken. Ik ga met de vader aan mijn kant uit de container. De zoon en dochter gaan aan hun kant uit de container. Buiten ontmoeten we elkaar weer. En van het ene op het andere moment is de ontmoeting er weer. Vol trots zegt de vader tegen mij, terwijl hij wijst, “dat is mijn zoon!” En daarna, terwijl hij weer wijst, “dat is mijn dochter!”

Hij is blij. Hij begint, in het Turks, een gedicht voor te dragen. De zoon en dochter schieten vol. Ze vertellen me dat het een gedicht is van de herders in het buitengebied van Ankara. “Papa sprak al jaren alleen nog maar met losse woorden. Geen hele zinnen meer.

En nu was er een heel gedicht. Een heel gedicht over waar hij vandaan kwam. Turkije, in de buurt van Ankara. En wat hij was.

Een schaapherder.

Rik Konincks

Zoon | Vader | Grootvader | Schoonvader | Echtgenoot

Blogger | Trainer | Coach | Master Opsteller |

Begeleider van en Zorgverlener voor ouderen

Houden van Onzekerheid

Een van de eerste uitspraken in tijden van corona die me nog steeds in bijgebleven was er een van Minister-President Mark Rutte. Op een van zijn persconferenties zei hij dat hij en met hem het kabinet 100% van de beslissingen moesten nemen met 50% van de informatie.

Hoe ongemakkelijk het ook voelt, het is ook stoer. Stoer om te weten en toe te geven dat je het niet weet. Niet als uitvlucht. Niet om iets recht te praten wat krom is. Maar in het aangezicht van wat is, toe te geven dat je het niet weet.

Ik hou van die onzekerheid.

In een eerdere blog die ik schreef rond, over en in tijden van corona, verhaalde ik over hoe ongemakkelijk het is om te moeten dealen met onzekerheid. Liever een onjuiste zekerheid dan niet weten hoe het zit. Het zijn persoonlijke verhalen, en ik durf me op geen enkele manier op het zelfde niveau te plaatsen als Mark Rutte voor me, of anderen in deze blog na me.

Maar ik hou wél van die onzekerheid.

Er zijn maar weinig mensen die kunnen leven met die onzekerheid, en dat dan ook nog eens hardop durven te zeggen (of schrijven). Socrates (469 – 399 voor Christus) was er zo een. Het enige wat ik zeker weet, is dat ik niks weet. Door middel van dit wetend-niet-weten probeert hij de waarheid zo dicht mogelijk te benaderen. Deze methode wordt ook wel socratische ironie genoemd.

Hoe ongemakkelijk het ook voelt, het is ook stoer. Stoer om te weten en toe te geven dat je het niet weet. Niet als uitvlucht. Niet om iets recht te praten wat krom is. Maar in het aangezicht van wat is, toe te geven dat je het niet weet.

Ik hou van die onzekerheid.

Twee-en-een-half-duizend jaar later staat er weer zo’n groot mens op. Die in weerwil van wat mensen om hem heen graag willen, midden in de publieke arena, en tussen de haaien van links en rechts, steeds blijft herhalen dat hij het niet weet. Dr. Anthony Fauci: I am very careful, and hopefully humble in knowing that I don’t know everything about this disease. (Ik ben heel voorzichtig en hopelijk nederig in de wetenschap dat ik niet alles weet over deze ziekte.)

Hoe ongemakkelijk het ook is, het is ook stoer. Stoer om te weten en toe te geven dat je het niet weet. Niet als uitvlucht. Niet om iets recht te praten wat krom is. Maar in het aangezicht van wat is, toe te geven dat je het niet weet.

Ik hou van die onzekerheid.

Natuurlijk vind ook ik het fijn als iemand mij de zo gewenste zekerheid geeft en de zo gevreesde onzekerheid wegneemt. Maar ik ken ook de gevolgen van schijnzekerheid. En hoe onprettig het is om te moeten constateren dat iemand je iets verteld wat achteraf gewoon niet waar blijkt te zijn. En hoe gevaarlijk het is om op basis van geweten-schijnzekerheid beslissingen te nemen.

Als je niet weet of iets waar is, maar doet alsof je dat wel weet, is dat dan niet gewoon liegen?

Ik hou wel van onzekerheid. Ik hou niet van liegen.

Rik Konincks

Zoon | Vader | Grootvader | Schoonvader | Echtgenoot

Blogger | Trainer | Coach | Master Opsteller |

Begeleider van en Zorgverlener voor ouderen

Eenzaam

Enige tijd geleden reden we samen in de auto terug van een bezoek aan een dierbare. Twee uur op de automatische piloot geeft je dan ook de tijd voor een gesprek, dat ook momenten van stilte toelaat. Een dag later reden we terug van een bezoek aan een andere dierbare. Via een omweg, we moesten nog even een boodschap doen, duurde die reis ongeveer een uur. En het leek alsof het gesprek van de dag ervoor zich voortzette. In deze blog een paar flarden, een paar bevindingen, een paar conclusies van en uit dat gesprek.

Sterven is een proces

Sterven is een werkwoord. Om te sterven moet je aan de slag. De handen uit de mouwen. Het gaat niet vanzelf. Het resultaat van al dat werk is een nieuwe status. Je bent dan dood. Het klinkt misschien een beetje vreemd, maar sterven is heel hard werken…

Sterven doe je alleen…

Heel veel andere dingen kun je samen doen. Of kun je van iemand overnemen. Je kunt samen boodschappen doen. Samen behangen. Je kunt samen de afwas doen. Maar je kunt niet samen dood gaan, je kunt niet samen sterven. Dat moet je alleen doen.

Sterven is eenzaam…

Sterven doe je alleen. En sterven kan je ook alleen maar alleen doen. Er is niemand die het van je over kan nemen. Mensen kunnen wel bij je zijn en je bijstaan, maar dat veranderd helemaal niets aan het gegeven dat je het nog steeds alleen en zelf moet doen. En dat maakt sterven ook een eenzaam gebeuren.

smart

Ik kan niets voor je doen…

Wat dan rest is de vraag wat je, als buiten-staander, of als naast-staander, dan kunt doen voor die ander. Om die vraag te beantwoorden moet je wellicht eerst stilstaan bij de vraag wie er nu eigenlijk geholpen moet worden of wil worden? Wie help je eigenlijk?

Er lijken grofweg twee opties:

  • Ik help de ander
  • Ik help mijzelf

De ander helpen kan eigenlijk alleen dan als de ander begint met het stellen van een vraag. Zou je iets voor me kunnen doen? Zou je iets voor me willen doen. Dat zijn vragen in de trant van Zou je me het zout aan willen geven. Een dergelijke vraag is vaak heel goed te beantwoorden, ook al is het antwoord Nee, ik kan niets voor je doen…

Jezelf helpen ligt toch iets gecompliceerder. Het gaat er dan om te ontdekken wat de vraag is. Wat het is waar je mee geholpen wil of moet worden. Het helpen van jezelf in die gevallen waar sterven aan de orde is, is veelal het worstelen met het verlies van de ander. En wellicht niet zo zeer het verlies van de ander, als wel de consequentie daarvan. Zelf achterblijven. Zelf de verantwoordelijkheid moeten dragen. Zelf aan de slag moeten gaan. Niet meer op de ander kunnen leunen en steunen.

Het is wellicht het meest liefdevolle dat je voor een ander kunt doen te zeggen, te voelen, te vinden, te weten dat je niets voor de ander kunt doen. En dat dat alles is wat je kunt doen. Daarmee geef je de ander wat van hem of haar is. Het recht om pijn te hebben en te voelen. Het recht om verdrietig te zijn. Het recht om alleen te zijn. Het recht om zelf te doen wat je zelf moet doen.

Het recht om eenzaam te zijn…

Rik Konincks

Zoon | Vader | Grootvader | Schoonvader | Echtgenoot

Blogger | Trainer | Coach | Master Opsteller |

Begeleider van en Zorgverlener voor ouderen